4P69
Hominis liberi virtus æque magna cernitur in declinandis quam in superandis periculis.
De deucht van een vry mensch word even groot in de gevarelijkheden te mijden, als in hen te verwinnen, gezien.
The virtue of a free man is seen to be as great, when it declines dangers, as when it overcomes them.
No explicitly cited ancestors.
No explicitly cited descendants.
Affectus cœrceri nec tolli potest nisi affectu contrario et fortiore affectu cœrcendo (per propositionem 7 hujus). At cæca audacia et metus affectus sunt qui æque magni possunt concipi (per propositiones 5 et 3 hujus). Ergo æque magna animi virtus seu fortitudo (hujus definitionem vide in scholio propositionis 59 partis III) requiritur ad audaciam quam ad metum cœrcendum hoc est (per definitiones 40 et 41 affectuum) homo liber eadem animi virtute pericula declinat qua eadem superare tentat. Q.E.D.
Betoging--De hartstocht kan niet bedwongen, noch wechgenomen worden, dan met hem door een strijdige en sterker hartstocht te bedwingen; volgens de negende Voorstelling van dit deel: maar een blinde stoutheit en vrees zijn hartstochten, die even groot bevat konnen worden; volgens de vijfde en darde Voorstelling van dit deel: dieshalven, een even grote deucht des gemoeds, of kloekmoedigheit (bezie de Bepaling hier af in 't Byvoegsel van de negenënvijftigste Voorstelling in 't darde deel) word verëischt zo wel om de stoutheit, als om de vrees te bedwingen: dat is, (volgens de veertigste en eenenveertigste Bepalingen der Hartstochten) een vry mensch ontwijkt met een zelfde deucht des gemoeds de gevarelijkheden, daar meê hy de zelfde poogt t' overwinnen; 't welk te betogen stond.
Emotion can only be checked or removed by an emotion contrary to itself, and possessing more power in restraining emotion (IV. vii.). But blind daring and fear are emotions, which can be conceived as equally great (IV. v. and iii.): hence, no less virtue or firmness is required in checking daring than in checking fear (III. lix. note); in other words (Def. of the Emotions, xl. and xli.), the free man shows as much virtue, when he declines dangers, as when he strives to overcome them. Q.E.D.
No explicitly cited descendants.
Homini igitur libero æque magnæ animositati fuga in tempore ac pugna ducitur sive homo liber eadem animositate seu animi præsentia qua certamen fugam eligit.
In een vry mensch dan word een tijdige vlucht, zo wel, als de strijt, grote stoutmoedigheit toegeëigent, dat is, de vrije mensch verkiest deze vlucht met de zelsde stoutmoedigheit, of stantvastigheit, als de strijt.
The free man is as courageous in timely retreat as in combat; or, a free man shows equal courage or presence of mind, whether he elect to give battle or to retreat.
No explicitly cited ancestors.
No explicitly cited descendants.
Quid animositas sit vel quid per ipsam intelligam, in scholio propositionis 59 partis III explicui. Per periculum autem id omne intelligo quod potest esse causa alicujus mali nempe tristitiæ, odii, discordiæ &c.
Wat de kloekmoedigheit is, of wat ik daar by versta, heb ik in het Byvoegsel van de negenenvijftigste voorstelling in 't darde deel verklaart. By gevarelijkheit versta ik dit alleen, 't welk oorzaak van enig quaat, namelijkj van droefheit, haat, tweedracht, enz. kan
What courage (animositas) is, and what I mean thereby, I explained in III. lix. note. By danger I mean everything, which can give rise to any evil, such as pain, hatred, discord, &c.
No explicitly cited descendants.